ECLI:NL:CRVB:2010:BN1246
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- J. Riphagen
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake WAJONG-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die op 17 juli 2009 het beroep van appellant tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het Uwv had eerder op 29 april 2005 een WAJONG-uitkering toegekend aan appellant, maar verklaarde het bezwaar tegen dit besluit later niet-ontvankelijk. Na een uitspraak van de rechtbank in 2006, heeft het Uwv het eerdere besluit ingetrokken en een nieuw besluit genomen, dat ook weer ongegrond werd verklaard. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld, maar dit werd door de rechtbank afgewezen wegens termijnoverschrijding.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij lijdt aan een vorm van autisme, wat zijn tijdigheid in het indienen van het beroep zou hebben beïnvloed. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het beroep tegen het eerste bestreden besluit te laat was ingediend, maar dat deze termijnoverschrijding niet van toepassing was op het tweede bestreden besluit. De Raad oordeelt dat de rechtbank ten onrechte het beroep tegen beide besluiten niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en wijst de zaak terug naar de rechtbank te ’s-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Raad concludeert dat er geen termen zijn voor vergoeding van proceskosten, omdat er geen kosten zijn aangetoond die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met C.P.J. Goorden als voorzitter en J. Riphagen en C.P.M. van de Kerkhof als leden, in aanwezigheid van griffier D.E.P.M. Bary. De beslissing is openbaar uitgesproken op 14 juli 2010.