ECLI:NL:CRVB:2010:BM8972

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-4778 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de halfwezenuitkering wegens het bereiken van de 18-jarige leeftijd

In deze zaak gaat het om de beëindiging van de halfwezenuitkering voor de zoon van appellante, die in november 1990 is geboren. Appellante ontving deze uitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW). De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft op 19 augustus 2008 aan appellante meegedeeld dat de halfwezenuitkering met ingang van 30 november 2008 zal eindigen, omdat haar zoon in dat jaar 18 jaar wordt. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de Svb heeft dit bezwaar ongegrond verklaard in een besluit van 17 oktober 2008. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellante tegen dit besluit in een uitspraak van 16 juli 2009 ongegrond verklaard.

Appellante heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Tijdens de zitting op 26 mei 2010 was appellante niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. G.J. Oudenes. De Centrale Raad overweegt dat ingevolge artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, van de ANW het recht op een halfwezenuitkering eindigt op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de halfwees 18 jaar wordt. Dit is een dwingendrechtelijke bepaling die in deze zaak van toepassing is. De Raad concludeert dat het recht van appellante op de halfwezenuitkering voor haar zoon op 30 november 2008 is geëindigd.

Daarom kan het hoger beroep niet slagen en bevestigt de Centrale Raad de aangevallen uitspraak van de rechtbank. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij en is openbaar uitgesproken op 23 juni 2010.

Uitspraak

09/4778 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te Marokko (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 16 juli 2009, 08/4428 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 23 juni 2010
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 mei 2010. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.J. Oudenes.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Appellante ontving een halfwezenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) voor haar in november 1990 geboren zoon [naam zoon].
1.2. Bij besluit van 19 augustus 2008 heeft de Svb appellante ervan in kennis gesteld dat de halfwezenuitkering met ingang van 30 november 2008 wordt beëindigd omdat [naam zoon] in [maand] 2008 18 jaar wordt.
1.3. Bij besluit van 17 oktober 2008 (hierna: het bestreden besluit) heeft de Svb het bezwaar van appellante tegen het besluit van 19 augustus 2008 ongegrond verklaard.
2.1. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit in de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard.
3.1. De Raad overweegt als volgt.
3.2. Ingevolge artikel 24, eerste lid, aanhef en onder b, van de ANW eindigt het recht op een halfwezenuitkering met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de halfwees de leeftijd van 18 jaar bereikt. Op grond van deze dwingendrechtelijke bepaling eindigde het recht van appellante op een halfwezenuitkering voor [naam zoon] op [datum] 2008.
3.3. Het hoger beroep kan daarom niet slagen en de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
4. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij. De beslissing is, in tegenwoordigheid van J.M. Tason Avila als griffier, uitgesproken in het openbaar op 23 juni 2010.
(get.) H.J. de Mooij.
(get.) J.M. Tason Avila.
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep ( Cour d’Appel Centrale),
statue:
confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par M. le maître H.J. de Mooij en présence du maître J.M. Tason Avila en qualité de griffier, ainsi que prononcée en public, le 23 juin 2010.