ECLI:NL:CRVB:2010:BM8875
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Assen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2010 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die in hoger beroep was gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Assen. De rechtbank had op 10 december 2009 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/129. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.T. Dieters, heeft een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, omdat de minister van Justitie zich niet had laten vertegenwoordigen tijdens de zitting. De zitting vond plaats op 25 februari 2010, waar verzoekster aanwezig was en het Uwv vertegenwoordigd werd door mr. J.H.J. van Gastel.
De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat de zaak complex is en heeft besloten de behandeling van het verzoek aan te houden. Het hoger beroep van verzoekster is vervolgens behandeld op 29 april 2010 door een meervoudige kamer. In de uitspraak van 10 juni 2010 heeft de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen, gezien de vaststellingen en overwegingen in de eerdere uitspraak.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een veroordeling van het Uwv in de proceskosten van verzoekster op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door H.G. Rottier, in tegenwoordigheid van M. Lammerse als griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 juni 2010.