ECLI:NL:CRVB:2010:BM8585
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, die op 7 mei 2007 het beroep tegen het besluit van het Uwv om een WAO-uitkering te weigeren ongegrond verklaarde. Het Uwv had in 2006 besloten om appellante per 1 februari 2005 een WAO-uitkering te weigeren, omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante stelde dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek niet zorgvuldig was uitgevoerd en dat haar medische beperkingen waren onderschat. Tijdens de zitting op 15 januari 2010 was appellante niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door J.L. Gerritsen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen aanknopingspunten zijn om aan te nemen dat appellante op de datum in geding medisch meer beperkt was dan het Uwv had aangenomen. De Raad onderschrijft de conclusies van de rechtbank en stelt vast dat appellante haar stellingen niet met medische stukken heeft onderbouwd. De Raad concludeert dat de aan appellante voorgehouden functies haar belastbaarheid niet overschrijden en dat deze functies aan de schatting ten grondslag mochten worden gelegd.
De Raad komt tot de slotsom dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met G. van der Wiel als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en R. Kruisdijk als leden, in aanwezigheid van griffier M.A. van Amerongen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 18 juni 2010.