ECLI:NL:CRVB:2010:BM8145
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juni 2010 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 27 maart 2008. Verzoeker, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van de uitspraak die zijn aanvraag voor een WAO-uitkering had afgewezen. De Raad had eerder bevestigd dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) bevoegd was om de aanvraag af te wijzen, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die een andere beslissing rechtvaardigden. Tijdens de zitting op 28 april 2010 was verzoeker niet aanwezig en het Uwv was ook niet vertegenwoordigd.
De Raad overwoog dat het verzoek om herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, tenzij er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. Verzoeker had aangevoerd dat zijn ziekte al in 1984 was ingetreden en dat zijn gezin onder de armoedegrens leeft, maar de Raad oordeelde dat deze argumenten niet voldoende waren om het verzoek om herziening te honoreren. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere beslissing konden beïnvloeden en wees het verzoek om herziening af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van nieuwe feiten of omstandigheden in het kader van herziening van bestuursrechtelijke uitspraken en bevestigt de strikte voorwaarden waaronder een dergelijk verzoek kan worden ingewilligd.