ECLI:NL:CRVB:2010:BM7983
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering studiefinanciering na onjuiste inschrijving
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van studiefinanciering aan appellante, die in de maanden mei en juni 2008 een toelage ontving op basis van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de toekenning van deze toelage is gebaseerd op een onjuist gegeven, namelijk dat appellante in die maanden stond ingeschreven aan een instelling voor beroepsonderwijs. Appellante had de Minister op 11 juni 2008 geïnformeerd dat zij per 21 april 2008 was uitgeschreven bij haar opleiding. De Minister heeft hierop gereageerd door op 27 juni 2008 de onjuiste toekenning ongedaan te maken en de teveel betaalde toelage terug te vorderen. De Raad concludeert dat er geen sprake is van een fout van de Minister, zoals appellante stelt.
Daarnaast wordt in de uitspraak ingegaan op de betaling van de OV-schuld. De Raad stelt vast dat de vordering wegens onterecht bezit van de OV-kaart terecht aan appellante is opgelegd. Het besluit van 11 augustus 2008, dat het bezwaar van appellante tegen de herziening van de studiefinanciering ongegrond verklaarde, heeft geen betrekking op de invordering van de OV-schuld. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, die het beroep van appellante tegen het besluit van 11 augustus 2008 ongegrond verklaarde. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 15 juni 2010.