ECLI:NL:CRVB:2010:BM7461
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- H.C.P. Venema
- M.I. 't Hooft
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring bezwaar tegen informatieve brief over arbeidsintegratie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam had op 2 december 2008 het bezwaar van de appellant tegen een brief van 24 september 2008 niet-ontvankelijk verklaard. In deze brief werd aan de appellant meegedeeld dat er een nieuw onderzoek naar mogelijkheden voor arbeidsintegratie zou plaatsvinden en dat de appellant diende mee te werken aan dit onderzoek. Het College stelde dat de brief van 24 september 2008 van informatieve aard was en niet gericht op rechtsgevolg, waardoor deze niet als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden gekwalificeerd.
De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak op 8 juni 2010 behandeld. De appellant was niet verschenen op de zitting, maar had wel hoger beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. M.M. van Til. Het College werd vertegenwoordigd door mr. I. van Kesteren. De Raad oordeelde dat de brief van 24 september 2008 geen rechtsgevolg met zich meebracht en dat het bezwaar van de appellant derhalve niet gericht was tegen een besluit. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep tegen het besluit van 2 december 2008 ongegrond had verklaard. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak diende te worden bevestigd. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.