ECLI:NL:CRVB:2010:BM7216
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift wegens te late indiening en risico van de afzender
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep van appellante, die in Aruba woont. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift dat door de rechtbank Amsterdam op 7 juli 2009 was afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, omdat de beroepstermijn op 29 april 2008 was geëindigd en het beroepschrift de rechtbank niet binnen deze termijn had bereikt. De gemachtigde van appellante had op 29 april 2008 geprobeerd het beroepschrift per fax naar de rechtbank te verzenden, maar deze poging was mislukt door een technisch probleem. De gemachtigde stelde dat dit niet aan appellante kon worden aangerekend en wees op de afstand tussen Aruba en Nederland, wat de ontvangst van besluiten vertraagt.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het niet slagen van de faxverzending voor rekening van de afzender komt. De Raad benadrukte dat de gemachtigde van appellante door te wachten met het indienen van het hoger beroep tot het einde van de beroepstermijn een risico heeft genomen dat voor haar rekening dient te blijven. De Raad verwierp ook het argument dat de beroepstermijn wellicht was bekort door de vertraagde verzending van het besluit waartegen het beroep was gericht. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en stelde dat de Algemene wet bestuursrecht geen ruimte biedt voor een afweging van de evenredigheid van het verzuim en de gevolgen van de niet-ontvankelijkheid. De uitspraak werd gedaan zonder proceskostenveroordeling.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is geregistreerd onder ECLI:NL:CRVB:2010:BM7216.