ECLI:NL:CRVB:2010:BM7195
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van beperkingen door elektromagnetische straling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Het Uwv had in augustus 2008 besloten dat appellant, met ingang van 8 januari 2008, geen recht had op een WIA-uitkering omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant stelde dat hij meer beperkingen ondervond dan het Uwv had aangenomen, met name door klachten van elektromagnetische straling. Hij voerde aan dat de rechtbank ten onrechte het standpunt van het Uwv had gevolgd en dat zijn klachten niet voldoende waren meegenomen in de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid.
Tijdens de zitting op 28 april 2010 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door A. Anandbahadoer. De Centrale Raad van Beroep heeft de gronden van appellant in hoger beroep besproken en geconcludeerd dat de rechtbank deze afdoende had gemotiveerd. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat er op medische gronden geen aanleiding was om meer beperkingen aan te nemen dan reeds was vastgesteld. De rapportages van de bezwaarverzekeringsarts gaven aan dat er geen objectieve maatstaven waren die meer beperkingen rechtvaardigden.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant geen doel trof en bevestigde de aangevallen uitspraak. Tevens werd er geen aanleiding gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak werd openbaar gedaan op 9 juni 2010.