ECLI:NL:CRVB:2010:BM7193
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeidsongeschiktheid op basis van zorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juni 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in geschil was met de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over zijn arbeidsongeschiktheid in de zin van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De rechtbank Amsterdam had eerder op 6 mei 2008 een uitspraak gedaan die door appellant werd aangevochten. De Raad heeft vastgesteld dat appellant op 2 december 1997 in relevante mate niet arbeidsongeschikt was.
De Raad oordeelde dat er een zorgvuldig medisch onderzoek had plaatsgevonden, waarbij appellant door verschillende specialisten was onderzocht, waaronder een psychiater, internist en cardioloog. De bezwaarverzekeringsarts had op basis van deze onderzoeken en de informatie van de behandelend artsen een belastbaarheidspatroon voor appellant opgesteld. De Raad concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren om te oordelen dat de arbeidsmogelijkheden van appellant waren overschat.
De Raad stelde vast dat appellant, gezien zijn belastbaarheid, in staat moest worden geacht de voor hem geselecteerde functies te vervullen. Discrepanties tussen de belastbaarheid van appellant en de functie-eisen waren voldoende toegelicht door de bezwaararbeidsdeskundige. De informatie die in hoger beroep werd overgelegd, bevatte geen nieuwe gezichtspunten die de eerdere oordelen konden weerleggen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak, voor zover deze was aangevochten, en zag geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van W. Altenaar als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 juni 2010.