ECLI:NL:CRVB:2010:BM5970
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- W. Altenaar
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de rechtmatigheid van de inhouding van de Zorgverzekeringswet op het AOW-pensioen van een appellant met een Deens pensioen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die bezwaar had gemaakt tegen de inhouding van de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) op zijn AOW-pensioen. De appellant, geboren in 1930 en woonachtig in Nederland, ontving naast zijn AOW-pensioen ook een pensioen uit Denemarken. Tot de inwerkingtreding van de Zvw op 1 januari 2006 was hij niet verplicht verzekerd tegen ziektekosten in Nederland, maar had hij recht op zorgverlening vanuit Denemarken. De appellant had eerder een verklaring ontvangen van het College voor zorgverzekeringen (Cvz) dat hij niet verzekerd was voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Echter, met de invoering van de Zvw werd hij verplicht verzekerd voor de AWBZ en moest hij een inkomensafhankelijke bijdrage betalen.
De Sociale verzekeringsbank (Svb) had per 1 januari 2006 de inhouding van de Zvw-bijdrage op het AOW-pensioen van de appellant doorgevoerd. Het bezwaar van de appellant tegen deze inhouding werd door de Svb ongegrond verklaard. De rechtbank Breda had in een eerdere uitspraak het beroep van de appellant tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad vastgesteld dat de appellant zijn beroepsgronden tegen de inhouding niet langer handhaafde en dat de rechtmatigheid van het bestreden besluit niet meer werd betwist. De Raad concludeerde dat de Svb terecht de bijdrage Zvw op het AOW-pensioen inhoudt, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.
De Raad merkte op dat de appellant door de wijziging van wetgeving per 1 januari 2006 in een andere verzekeringssituatie was beland, wat begrijpelijkerwijs tot onduidelijkheden leidde over de financiële gevolgen. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten en bevestigde de aangevallen uitspraak.