Uitspraak
PROCESVERLOOP
II.OVERWEGINGEN
De vraag naar de onevenredigheid van het ontslag komt hierna aan de orde.
III. BESLISSING
Bepaalt dat de staatssecretaris aan appellant het door hem betaalde griffierecht van in totaal € 359,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant, een ambtenaar bij de Koninklijke marine, tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 februari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die zijn verbintenis met de Koninklijke marine betwistte na een ontslagbesluit wegens wangedrag. Appellant had zich schuldig gemaakt aan verschillende gedragingen, waaronder ongeoorloofde afwezigheid en het gebruik van alcohol aan boord van een schip. De staatssecretaris van Defensie had appellant op grond van artikel 39 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) ontslagen, maar de Raad oordeelde dat de staatssecretaris niet bevoegd was om dit ontslag op basis van wangedrag op te leggen. De Raad concludeerde dat het opgelegde strafontslag niet evenredig was aan de ernst van de gedragingen en dat de staatssecretaris in strijd met het beginsel van 'ne bis in idem' had gehandeld door appellant voor dezelfde feiten meerdere keren te bestraffen. De Raad vernietigde het besluit van de staatssecretaris en herstelde de rechtspositie van appellant, waardoor zijn verbintenis met de Koninklijke marine geacht werd op 24 november 2007 te zijn geëindigd. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant.