ECLI:NL:CRVB:2010:BM5143
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering AOW-toekenning op basis van onvoldoende bewijs van verzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) had aangevraagd. Appellant stelde dat hij van 1969 tot 1975 had gewerkt bij steenfabriek Decornoit en Hoklem, maar kon deze stelling niet onderbouwen met bewijsstukken. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had eerder, op 30 juli 2007, de aanvraag voor AOW geweigerd, omdat appellant niet verzekerd was geweest voor deze wet. Dit besluit werd in een later bestreden besluit van 22 januari 2008 gehandhaafd.
De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat appellant niet in het Schakelregister was opgenomen en niet ingeschreven was bij de gemeente Leerdam. Bovendien bleek uit onderzoek dat de steenfabriek waar appellant claimde te hebben gewerkt, niet meer bestond en dat hij niet bekend was bij het bedrijfspensioenfonds voor de baksteenindustrie. De rechtbank concludeerde dat niet aannemelijk was dat appellant in Nederland had gewoond of gewerkt.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn stelling dat hij in Nederland had gewerkt, maar de Raad kon zich volledig vinden in de overwegingen van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellant zijn stelling niet met bewijs had kunnen onderbouwen en dat de Svb zorgvuldig had onderzocht of er aanwijzingen waren die appellants claims steunden. Dit onderzoek had echter geen resultaat opgeleverd. De Raad bevestigde daarom de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellant af.