ECLI:NL:CRVB:2010:BM4651
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van AOW-pensioen met korting wegens niet verzekerde jaren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die in beroep ging tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) betreffende de toekenning van zijn AOW-pensioen. De appellant, geboren op 1 juli 1942, had een AOW-pensioen aangevraagd, maar de Svb had een korting van 68% toegepast vanwege 34 niet verzekerde jaren. De appellant stelde dat hij in de periode van 1975 tot en met 26 augustus 1987 in Nederland had gewoond en gewerkt, en dat hij in die periode verzekerd was voor de AOW. Echter, deze stelling werd in hoger beroep niet nader onderbouwd.
De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van de appellant tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat de appellant niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn claims. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak, wat betekent dat de korting op het AOW-pensioen van de appellant gehandhaafd bleef. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, met W. Altenaar als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden, indien zij menen dat er sprake is van schending of verkeerde toepassing van de relevante wetgeving.