ECLI:NL:CRVB:2010:BM3676
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om toekenning van een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 april 2010 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag om een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). De appellant, geboren in 1941 in het voormalige Nederlands-Indië, had de aanvraag ingediend vanwege gezondheidsklachten die hij in verband bracht met zijn vervolging tijdens de Japanse bezetting. De aanvraag werd afgewezen door de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, omdat de omstandigheden waaronder de appellant de bezetting heeft meegemaakt niet onder het begrip 'vervolging' vallen zoals gedefinieerd in de Wuv.
De Raad heeft vastgesteld dat het onderzoek dat door verweerster is uitgevoerd, waarbij historische bronnen en getuigenverklaringen zijn geraadpleegd, geen bevestiging heeft opgeleverd van de door appellant geclaimde vrijheidsberoving. De Raad concludeert dat er geen bewijs is dat de appellant tijdens de bezetting door de vijandelijke macht is vervolgd op basis van zijn Europese afkomst of gezindheid. De Raad heeft de vraag beantwoord of het bestreden besluit in rechte kan standhouden en heeft geoordeeld dat dit het geval is.
De Centrale Raad van Beroep heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de Wuv en de noodzaak van bewijs voor de gestelde vervolging. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de leden van de Raad.