ECLI:NL:CRVB:2010:BM2114
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- J.Th. Wolleswinkel
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Oplegging van disciplinaire straf aan ambtenaar wegens plichtsverzuim met betrekking tot toetsen gebruik geweldsmiddelen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Dordrecht, waarin haar beroep ongegrond werd verklaard. Appellante, werkzaam bij de politieregio Zuid-Holland-Zuid, had niet tijdig de vereiste toetsen voor het gebruik van geweldsmiddelen afgelegd, wat leidde tot een disciplinaire straf van inhouding van twee verlofdagen. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 april 2010 uitspraak gedaan.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante van 1 januari 2006 tot 13 januari 2006 niet bevoegd was om geweldsmiddelen te gebruiken, omdat zij de toetsen niet tijdig had afgelegd. De rechtbank oordeelde dat appellante niet alles had gedaan om de toetsen op tijd te behalen, ondanks dat er voldoende mogelijkheden waren om dit te doen. De Raad benadrukte dat appellante, gezien haar functie, verplicht was om haar beroepsvaardigheden te onderhouden en dat zij in de detacheringsovereenkomst had ingestemd met deze verplichting.
De Raad oordeelde dat de inhouding van twee verlofdagen niet onevenredig was aan de ernst van het plichtsverzuim. De korpsbeheerder had eerder aangekondigd dat bij niet tijdig behalen van de toetsen een disciplinaire straf zou volgen. De persoonlijke omstandigheden van appellante waren door de korpsbeheerder in overweging genomen, wat leidde tot een gematigde straf. De overige grieven van appellante werden door de Raad niet als relevant beschouwd.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellante ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met K. Zeilemaker als voorzitter.