ECLI:NL:CRVB:2010:BM2109
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- J.Th. Wolleswinkel
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens ongeschiktheid voor functie zonder ziekten of gebreken
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn beroep tegen een ontslagbesluit ongegrond werd verklaard. Appellant was sinds 1 juni 2002 werkzaam als senior medewerker beheer bij de afdeling Vastgoed & Bedrijven van het stadsdeel Oud-West van de gemeente Amsterdam. Op 19 november 2004 werd hij ontheven uit zijn functie, omdat hij zijn taken niet zonder begeleiding kon uitvoeren en de kwaliteit van zijn werk onvoldoende was. Appellant maakte geen bezwaar tegen dit besluit. In januari 2005 werd hem een tijdelijke functie aangeboden, maar hij weigerde deze aanvankelijk. Na een second opinion van het UWV, die de functie als passend beoordeelde, ging hij akkoord, maar de functie was inmiddels aan iemand anders toegewezen.
In het kader van re-integratie startte appellant in april 2005 een outplacementtraject, maar dit werd in december 2005 beëindigd omdat hij afspraken steeds afzegde. In januari 2006 maakte het dagelijks bestuur bekend hem te willen ontslaan wegens ongeschiktheid voor zijn functie, anders dan door ziekten of gebreken. Appellant maakte bezwaar, maar het dagelijks bestuur verklaarde dit ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing.
In hoger beroep betwistte appellant niet dat hij niet naar behoren functioneerde, maar stelde dat dit het gevolg was van psychische klachten. De Raad oordeelde dat de bedrijfsarts, na overleg met de behandelend psychologe, concludeerde dat er geen medische belemmeringen waren voor appellant om zijn werkzaamheden te hervatten. De Raad vond geen aanleiding voor een onafhankelijk medisch onderzoek en oordeelde dat de verklaring van de psychiater geen stellig oordeel bevatte over de oorzaak van het disfunctioneren. Het hoger beroep werd verworpen en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.