ECLI:NL:CRVB:2010:BM1722

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-2684 WW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de uitspraak over de uitkeringsduur van de WW-uitkering na ziekmelding

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 april 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 11 mei 2009. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om de uitkeringsduur van zijn WW-uitkering op 3 maanden te stellen. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv op goede gronden heeft besloten dat de uitkering niet voor verlenging in aanmerking komt, ondanks de ziekmelding van appellant op 11 september 2008, die door het Uwv is geaccepteerd. De Raad heeft de feiten zoals weergegeven door de rechtbank in de aangevallen uitspraak als uitgangspunt genomen voor zijn beoordeling. Tijdens de zitting op 18 februari 2010 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door W.J.M.H. Lagerwaard. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak bevestigd dient te worden. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling op grond van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechters.

Uitspraak

09/2684 WW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 11 mei 2009, 09/126 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 1 april 2010.
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Bij brief van 18 december 2009 heeft het Uwv op verzoek van de Raad nog enkele stukken ingezonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 februari 2010. Appellant is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door W.J.M.H. Lagerwaard.
II. OVERWEGINGEN
1. Voor de feiten verwijst de Raad naar hetgeen daaromtrent door de rechtbank in de aangevallen uitspraak is weergegeven. Die feiten vormen, gelet op de inhoud van de gedingstukken, ook voor de Raad uitgangspunt voor zijn beoordeling van het onderhavige geschil.
2. In dit geding dient de vraag te worden beantwoord of de rechtbank kan worden
gevolgd in haar oordeel over het bestreden besluit van 12 januari 2009. De Raad beantwoordt die vraag bevestigend en stelt zich achter hetgeen in de aangevallen uitspraak is overwogen. Ook naar het oordeel van de Raad heeft het Uwv, gelet op artikel 42 van de Werkloosheidswet, op goede gronden besloten dat de uitkeringsduur op 3 maanden gesteld diende te worden en dat de uitkering niet voor verlenging in aanmerking komt. Het feit dat appellant zich per 11 september 2008 heeft ziek gemeld en dat deze ziekmelding is geaccepteerd door het Uwv heeft geen consequenties voor de duur van de uitkering.
2.1. Het voorgaande leidt ertoe dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
3. De Raad acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door H.G. Rottier in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 1 april 2010.
(get.) H.G. Rottier.
(get.) P. Boer.
BvW