ECLI:NL:CRVB:2010:BM1428
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verschoonbare termijnoverschrijding in hoger beroep tegen Uwv
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 26 maart 2010, betreft het een hoger beroep van een B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 maart 2009. De rechtbank had in die uitspraak het verzoek van de appellante afgewezen, waarna de appellante, vertegenwoordigd door F.W. Brok, verzet aantekende tegen de eerdere uitspraak van de Raad van 29 oktober 2009, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad oordeelde dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend, maar dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. De Raad baseerde dit oordeel op de communicatie van de rechtbank, die de gemachtigde van appellante op 16 april 2009 een afschrift van de uitspraak had gestuurd, wat leidde tot verwarring over de aanvang van de hogerberoepstermijn. De Raad concludeerde dat de appellante redelijkerwijs mocht aannemen dat de termijn op 17 april 2009 was begonnen. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, en de eerdere uitspraak van 29 oktober 2009 verviel. De Raad besloot tevens dat het Uwv, de tegenpartij in deze procedure, in de proceskosten van het verzet moest worden veroordeeld tot een bedrag van € 161,- voor verleende rechtsbijstand.