ECLI:NL:CRVB:2010:BM1188
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid onder de 35%
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 24 februari 2009, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 20 mei 2008 besloten om appellant geen WIA-uitkering toe te kennen, omdat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% zou bedragen. Appellant, die eerder werkzaam was in een kippenslachterij, had zich op 19 juni 2006 ziek gemeld vanwege rug- en schouderklachten. Tijdens de zitting op 24 maart 2010 werd appellant bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.C.R. Molenaar, terwijl mr. R.M.H. Rokebrand namens het Uwv verscheen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten die door partijen zijn vastgesteld, bevestigd. De Raad heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) heeft opgesteld, waarin rekening is gehouden met de medische beperkingen van appellant. De bezwaarverzekeringsarts heeft echter betoogd dat de beperkingen in de FML te ruim zijn bemeten. Appellant heeft in hoger beroep herhaald dat zijn medische beperkingen niet correct zijn ingeschat.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak onderschreven en geconcludeerd dat appellant geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd die zijn standpunt ondersteunt. De bezwaararbeidsdeskundige heeft de geschiktheid van de functies voldoende toegelicht. Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep afgewezen en de eerdere uitspraak bevestigd, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door R.C. Stam, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 14 april 2010.