ECLI:NL:CRVB:2010:BM0837

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
2 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-3571 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering om terug te komen van het besluit tot intrekking van de WAO-uitkering

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 7 mei 2008, waarin het beroep van appellant tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 30 juli 2007 ongegrond werd verklaard. Het Uwv had geweigerd terug te komen van het besluit tot intrekking van de WAO-uitkering van appellant, dat op 7 augustus 2006 was genomen. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een heroverweging van het besluit rechtvaardigen, met name de informatie van psychiater R.W. Jessurun en medisch adviseur drs. H. Donkers. Deze informatie zou volgens appellant moeten worden aangemerkt als nieuw gebleken feit in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht.

De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de argumenten van appellant in essentie een herhaling zijn van wat eerder in bezwaar en beroep is aangevoerd. De Raad kan zich niet vinden in het standpunt van appellant en onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de weigering van het Uwv om terug te komen op het besluit tot intrekking van de WAO-uitkering kunnen rechtvaardigen.

Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep verworpen en de aangevallen uitspraak bevestigd. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 april 2010.

Uitspraak

08/3571 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ,s-Gravenhage van 7 mei 2008, 07/6719 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 2 april 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant is hoger beroep ingesteld door mr. L.S.J. de Korte, advocaat te ,s-Gravenhage.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2009. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. De Korte. Het Uwv was vertegenwoordigd door M.L. Turnhout.
II. OVERWEGINGEN
1. De rechtbank is op grond van de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen tot het oordeel gekomen dat het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv van 30 juli 2007, waarbij het Uwv heeft gehandhaafd zijn weigering om terug te komen van het besluit tot intrekking van de WAO-uitkering van appellant van 7 augustus 2006, ongegrond is.
2. Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, vormt in essentie een herhaling van hetgeen hij reeds in bezwaar en beroep heeft aangevoerd. Ook in hoger beroep stelt appellant zich op het standpunt dat de informatie van psychiater R.W. Jessurun van 8 december 2006 en medisch adviseur drs. H. Donkers van 15 juni 2007 aangemerkt moet worden als nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht.
3. De Raad kan zich in dit standpunt niet vinden, zulks in navolging van de rechtbank die de bij haar ingediende gronden afdoende heeft besproken en genoegzaam heeft gemotiveerd waarom die gronden niet slagen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en maakt die tot de zijne.
4. Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 april 2010.
(get.) J. Brand.
(get.) T.J. van der Torn.
KR