ECLI:NL:CRVB:2010:BM0789
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- T.J. van der Torn
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van te veel betaalde uitkering door het Uwv
In deze zaak gaat het om de terugvordering en invordering van een te veel betaalde uitkering aan appellante over de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006. De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 april 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond van 16 april 2008. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M.J.P. Penners, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om de terugvordering van de uitkering te handhaven.
De rechtbank had in haar uitspraak geoordeeld dat het beroep van appellante ongegrond was, en dit oordeel is door de Raad onderschreven. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in hoger beroep niet substantieel nieuwe argumenten heeft aangedragen en enkel heeft verwezen naar eerdere gronden die reeds door de rechtbank waren besproken. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en geconcludeerd dat de terugvordering en invordering van de uitkering dwingend zijn voorgeschreven.
De Raad heeft ook het beroep van appellante op artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) verworpen, omdat appellante niet heeft aangetoond hoe het evenredigheidsbeginsel in deze situatie van toepassing zou zijn. De Raad heeft uiteindelijk besloten dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.