ECLI:NL:CRVB:2010:BM0513
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- B.M. van Dun
- P.N. Rijnsewijn
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 april 2010 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 30 november 2005. De verzoeker, die in hoger beroep ging, had niet voldaan aan de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen. De Raad heeft vastgesteld dat de verzoeker bij aangetekende brief van 18 januari 2010 was gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en dat dit bedrag binnen vier weken op de rekening van de Centrale Raad van Beroep moest zijn bijgeschreven. De Raad heeft geconcludeerd dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald, waardoor het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door voorzitter B.M. van Dun, in tegenwoordigheid van griffier P.N. Rijnsewijn. De beslissing is openbaar uitgesproken en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift schriftelijk verzet te doen tegen deze uitspraak. De verzoeker had eerder een verzoek om herziening ingediend, maar de niet-betaling van het griffierecht heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van het verzoek. De Raad heeft in deze uitspraak de relevante artikelen van de Beroepswet en de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen.