ECLI:NL:CRVB:2010:BL9759
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- C.W.J. Schoor
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Weigering van uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en de beoordeling van medische en arbeidskundige grondslagen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 5 december 2008, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Het Uwv had bij besluit van 28 april 2008 zijn eerdere beslissing van 14 december 2007 gehandhaafd, waarin werd gesteld dat appellant met ingang van 18 januari 2008 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank oordeelde dat het besluit van het Uwv niet op een ondeugdelijke medische of arbeidskundige grondslag rustte.
Appellant, bijgestaan door zijn advocaat mr. G.J.A.M. Gloudi, heeft in hoger beroep gronden aangevoerd die eerder al door de rechtbank zijn besproken. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank de ingediende gronden op juiste wijze had besproken en gemotiveerd waarom deze niet slagen. De Raad verwijst naar de informatie van de behandelende longartsen van appellant, die geen aanknopingspunten bieden voor het oordeel dat appellant per 18 januari 2008 recht had op een uitkering.
Tijdens de zitting heeft appellant nogmaals zijn situatie uiteengezet, waarbij hij verwees naar eerdere toekenningen van ziekengeld. De Raad heeft echter vastgesteld dat de medische informatie, waaronder een brief van de longarts, niet ondersteunt dat er sprake was van een verergering van de astma van appellant op de relevante datum. De Raad heeft het hoger beroep van appellant ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met G.J.H. Doornewaard als voorzitter en C.W.J. Schoor en J. Brand als leden, in aanwezigheid van griffier T.J. van der Torn. De beslissing is openbaar uitgesproken op 26 maart 2010.