ECLI:NL:CRVB:2010:BL9714

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/6499 AW-Verv. en 08/2362 AW-Verv.
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van eerdere uitspraak inzake ambtenarenrecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 maart 2010 uitspraak gedaan over de vervallenverklaring van een eerdere uitspraak van 16 juli 2009, die betrekking had op de zaken 06/6499 AW en 08/2362 AW. Appellant had de Raad verzocht om de uitspraak van 16 juli 2009 te corrigeren, omdat deze ten onrechte stelde dat de dochter van appellant de Internationale School had bezocht. Dit had geleid tot een onjuiste gevolgtrekking die niet op appellant van toepassing was. De Raad heeft geconstateerd dat er mogelijk processuele onvolkomenheden waren bij de totstandkoming van de eerdere uitspraak, veroorzaakt door de gevoegde behandeling met een andere zaak.

De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op het voornemen tot vervallenverklaring van de uitspraak. Geen van de partijen heeft bezwaren geuit tegen dit voornemen. Gelet op de procesgang en de overwegingen van de Raad, is besloten om de eerdere uitspraak te vervallen te verklaren. Na deze vervallenverklaring zal de zaak opnieuw door een andere kamer van de Raad worden behandeld.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met G.P.A.M. Garvelink-Jonkers als voorzitter, en M.C. Bruning en K.J. Kraan als leden. De griffier van de zitting was P.W.J. Hospel. De beslissing is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

06/6499 AW-V en 08/2362 AW-V
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 16 juli 2009, 06/6499 AW en 08/3262 AW.
Partijen:
1. [Appellant];
2. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, hierna: minister.
Datum uitspraak: 25 maart 2010
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft bij brieven van 13 augustus 2009 en 12 oktober 2009 de Raad verzocht de uitspraak van 16 juli 2009 te corrigeren, nu de uitspraak ten onrechte stelt dat de dochter van appellant de Internationale School heeft bezocht en daarmee ook de daaraan verbonden gevolgtrekking van de Raad niet op appellant van toepassing is.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen mee te delen dat hij onder ogen heeft gezien dat zich bij de totstandkoming van de uitspraak van 16 juli 2009 mogelijk processuele onvolkomenheden hebben voorgedaan, veroorzaakt door de gevoegde behandeling met de zaak [K.], en heeft hij partijen in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten over een eventuele vervallenverklaring van de uitspraak.
Partijen hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt en daarbij geen bezwaren op het voornemen tot vervallenverklaring naar voren gebracht.
II. OVERWEGINGEN
1. De Raad overweegt dat gelet op hetgeen is weergegeven onder het kopje “proces-verloop”, aanleiding bestaat om zijn uitspraak van 16 juli 2009 vervallen te verklaren.
2. Na de vervallenverklaring van de uitspraak van 16 juli 2009 zal de zaak door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep:
verklaart zijn uitspraak van 16 juli 2009, 06/6499 AW en 08/2362 AW, vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door G.P.A.M. Garvelink-Jonkers als voorzitter en M.C. Bruning en K.J. Kraan als leden, in tegenwoordigheid van P.W.J. Hospel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 maart 2010.
(get.) G.P.A.M. Garvelink-Jonkers.
(get.) P.W.J. Hospel.
HD