ECLI:NL:CRVB:2010:BL8029
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- R.H.M. Roelofs
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van rechters in bestuursrechtelijke procedure
Op 16 maart 2010 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/2396-W, waarin verzoekster een verzoek om wraking indiende tegen de rechters J.J.A. Kooijman, O.L.H.W.I. Korte en E.E.V. Lenos. Het verzoek om wraking is ingediend op grond van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoekster stelde dat er feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechters in gevaar zouden kunnen brengen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de door verzoekster aangevoerde gronden niet specifiek betrekking hadden op de betrokken rechters. De Raad benadrukte dat een wrakingsverzoek moet zijn gebaseerd op feiten die de persoonlijke onpartijdigheid van de rechters aantasten. De Raad heeft het verzoek om wraking dan ook afgewezen, omdat er geen relevante feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel zouden kunnen trekken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij J.C.F. Talman als voorzitter fungeerde, bijgestaan door R.H.M. Roelofs en H.J. de Mooij als leden. De griffier M.C.T.M. Sonderegger was ook aanwezig tijdens de zitting. De beslissing is vastgelegd in een proces-verbaal, dat op dezelfde dag in Utrecht is opgemaakt.