ECLI:NL:CRVB:2010:BL6881
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- H.C.P. Venema
- Rechtspraak.nl
Intrekking WAO-uitkering en schadevergoeding na herziening arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 februari 2010 uitspraak gedaan. De zaak betreft de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). In het besluit van 24 september 2009 heeft Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante vastgesteld op 80-100% per 17 mei 2006, wat betekent dat de WAO-uitkering van appellante wordt voortgezet zoals deze gold tot die datum. Tevens is aan appellante een kostenvergoeding van € 322,-- toegekend voor de bezwaarfase.
De Raad heeft vastgesteld dat het besluit van 24 september 2009 volledig tegemoetkomt aan het hoger beroep van appellante, maar dat Uwv zijn eerdere standpunt, dat ten grondslag lag aan het besluit van 22 augustus 2006, heeft verlaten. Dit betekent dat het beroep tegen het besluit van 22 augustus 2006 gegrond is en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd moet worden. De Raad heeft erkend dat het oorspronkelijke besluit van 22 augustus 2006 niet deugdelijk was, wat leidt tot de toewijzing van het verzoek van appellante om schadevergoeding.
De Raad heeft Uwv ook veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over de niet verstrekte uitkering vanaf 17 mei 2006, en heeft de proceskosten van appellante begroot op € 1.127,--. De uitspraak is openbaar gedaan en de Raad heeft de beslissing in aanwezigheid van de griffier uitgesproken. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtspositie van appellante en de wijze waarop Uwv besluiten neemt over arbeidsongeschiktheid.