ECLI:NL:CRVB:2010:BL6825
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om veroordeling in de kosten van rechtsbijstand na intrekking hoger beroep door bestuursorgaan
In deze zaak heeft het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen van 30 september 2008. Het hoger beroep werd ingesteld door W. Peters, werkzaam bij de Stichting Stimulansz te Utrecht. Echter, op 24 maart 2009 heeft W. Peters het hoger beroep ingetrokken. Vervolgens heeft mr. H.G. Righolt, werkzaam bij Stichting De Ombudsman te Hilversum, namens de betrokkene verzocht om de gemeente Elburg te veroordelen in de proceskosten. Appellant heeft geen verweerschrift ingediend en met toestemming van partijen is besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak artikel 21a van de Beroepswet in overweging genomen, dat bepaalt dat bij intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij kan worden veroordeeld in de proceskosten. De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep door appellant is ingetrokken en dat er een verzoek is gedaan om veroordeling in de kosten van rechtsbijstand. De Raad heeft geoordeeld dat er aanleiding is om appellant te veroordelen in de kosten die de betrokkene redelijkerwijs heeft moeten maken in verband met de behandeling van het hoger beroep.
De kosten van rechtsbijstand zijn begroot op € 322,-- in hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep heeft appellant, de gemeente Elburg, veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de betrokkene. Deze uitspraak is gedaan door J.N.A. Bootsma, in tegenwoordigheid van T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier, en is openbaar uitgesproken op 24 februari 2010.