ECLI:NL:CRVB:2010:BL6144

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-5071 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 juli 2009. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 februari 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Appellante had in haar beroepschrift aangegeven dat zij het beroepsschrift via interne post had verzonden voor frankering, maar dat het poststuk pas later niet verzonden bleek te zijn. De Raad overweegt dat volgens artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroepschrift dat na afloop van de beroepstermijn is ingediend, niet-ontvankelijk kan worden verklaard, tenzij redelijkerwijs kan worden geoordeeld dat de indiener niet in verzuim is geweest. In dit geval heeft de Raad geoordeeld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in verzuim is geweest. Het risico dat het hoger beroep niet tijdig is ingediend, komt volledig voor rekening van de partij die het hoger beroep instelt. De Raad heeft daarom besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren zonder verder onderzoek te doen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

09/5071 AW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[appellante], (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 juli 2009, 08/8415 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Haaglanden als rechtsopvolger van het Algemeen bestuur van de Hulpverleningsregio Haaglanden
Datum uitspraak: 18 februari 2010
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is op 24 juli 2009 in afschrift aan partijen toegezonden.
Het per fax verzonden beroepschrift is op 8 september 2009 ter griffie ontvangen.
II. OVERWEGINGEN
Volgens artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met de artikelen 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van die wet geldt het volgende.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. Deze termijn gaat in op de dag na die waarop de aangevallen uitspraak door middel van de toezending van een afschrift aan partijen is bekendgemaakt en loopt in dit geval van zaterdag 24 juli 2009 tot en met vrijdag 4 september 2009.
Een beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
Op grond van de in rubriek I vermelde gegevens moet worden geoordeeld dat het
beroepschrift niet tijdig is ingediend.
Ten aanzien van een na afloop van de beroepstermijn ingediend beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Appellante heeft in het beroepsschrift aangegeven dat ze het beroepsschrift via interne post had doorgestuurd voor frankering en dat pas later bleek dat het poststuk niet verzonden was.
Hetgeen appellante ter zake heeft aangevoerd, bevat geen grond waarop redelijkerwijs kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
De Raad overweegt daartoe dat in situaties als onderhavige het uitgangspunt geldt dat het risico dat het hoger beroep niet tijdig is ingediend, volledig voor rekening komt van de partij die het hoger beroep instelt.
Het hoger beroep is derhalve kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek wordt beslist zoals hierna in rubriek III is aangegeven.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door M.C. Bruning, in tegenwoordigheid van M. Koopman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 februari 2010.
(get.) M.C. Bruning.
(get.) M. Koopman.
Tegen deze uitspraak kunnen de belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van dit afschrift schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT.
De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.
HD