ECLI:NL:CRVB:2010:BL6133
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- A.J. Schaap
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor uitkering op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1934 in het voormalige Nederlands-Indië, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat zijn aanvraag voor een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 afwees. De aanvraag was ingediend in maart 2007, maar de verweerster heeft in haar besluit van 26 juni 2008 en het bestreden besluit van 16 december 2008 geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat appellant gebeurtenissen heeft meegemaakt die onder de werking van de Wet kunnen worden gebracht.
Tijdens de zitting op 14 januari 2010 is appellant niet verschenen, maar verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel. De Raad heeft overwogen dat verweerster een zorgvuldig onderzoek heeft ingesteld, waarbij historische gegevens en dossiers zijn geraadpleegd. Appellant heeft geen bewijs kunnen leveren voor zijn claims, waaronder het getuige zijn van moorden en executies door de Japanners en het herhaaldelijk vluchten tijdens gevechten. De Raad concludeert dat de eigen verklaring van appellant onvoldoende is om zijn claims te onderbouwen.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen bevestiging is verkregen van de door appellant genoemde getuigenissen en dat de omstandigheden waaronder appellant zou hebben moeten vluchten niet levensbedreigend waren. De Raad heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2010.