ECLI:NL:CRVB:2010:BL6081
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en beoordeling medische informatie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin de rechtbank het beroep van appellant ongegrond heeft verklaard. Appellant had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om zijn WAO-uitkering per 1 maart 2008 in te trekken. De rechtbank oordeelde dat de door appellant ingebrachte medische informatie, afkomstig van GGZ in Geest, niet relevant was voor de datum in geding en dat deze informatie niet afdoet aan het oordeel van het Uwv over de beperkingen van appellant op die datum.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad stelt vast dat de door appellant ingebrachte medische informatie, gedateerd 21 juli 2009, niet betrekking heeft op de datum in geding en dus niet kan leiden tot een ander oordeel. De Raad ziet ook geen aanleiding om appellant te laten onderzoeken door een deskundige, omdat er geen twijfel bestaat over de door het Uwv vastgestelde medische situatie van appellant per 1 maart 2008.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellant geen doel treft en bevestigt de aangevallen uitspraak. De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van M.A. van Amerongen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 februari 2010.