ECLI:NL:CRVB:2010:BL5434
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep inzake WAO-uitkering en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, vertegenwoordigd door mr. D.J. Ladrak, tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uwv ongegrond was verklaard. Het bestreden besluit betrof de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die per 24 oktober 2004 was verlaagd naar de arbeidsongeschiktheidsklasse van 15 tot 25%. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met een nadere beslissing van 28 september 2009 volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant, door de verlaging van de WAO-uitkering niet langer te handhaven en de uitkering ongewijzigd te laten op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Hierdoor ontbrak het procesbelang voor appellant om het hoger beroep voort te zetten.
De Raad heeft overwogen dat er geen aanleiding is om het hoger beroep te beschouwen als gericht tegen het nadere besluit van het Uwv, aangezien appellant geen verzoek om schadevergoeding heeft ingediend en er geen specifiek belang meer resteert. De Raad heeft het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in eerste aanleg € 644,- bedragen, en in hoger beroep € 739,76, inclusief griffierechten. De uitspraak is openbaar gedaan en de kosten voor rechtsbijstand zijn begroot op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht.