ECLI:NL:CRVB:2010:BL4305

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-2720 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 februari 2010 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 26 maart 2009. De verzoeker, woonachtig in Marokko, had het verzoek ingediend tegen de uitspraak van de Raad die het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond had verklaard. De Raad had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat er geen medische gegevens beschikbaar waren die aantoonden dat de verzoeker arbeidsongeschikt was in de periode waarin hij verzekerd was voor de Algemene arbeidsongeschiktheidswet en/of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Tijdens de zitting op 6 januari 2010 was de verzoeker niet aanwezig en het Uwv had zich niet laten vertegenwoordigen. De verzoeker stelde dat de Raad een onjuiste beslissing had genomen en voerde aan dat hij invalide was en medische behandelingen onderging. De Raad heeft echter overwogen dat het rechtsmiddel van herziening enkel kan worden ingeroepen op basis van nieuwe feiten of omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet. De Raad concludeerde dat de verzoeker geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid had aangedragen die tot een andere uitspraak zou kunnen leiden.

Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de rechter en de griffier.

Uitspraak

09/2720 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet op het verzoek om herziening van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats], Marokko (hierna: verzoeker),
tegen de uitspraak van de Raad van 26 maart 2009, 07/5568
in het geding tussen:
verzoeker
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 17 februari 2010
I. PROCESVERLOOP
Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van
26 maart 2009, 07/5568.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 januari 2010. Verzoeker is niet verschenen. Het Uwv heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, kan een onherroepelijk geworden uitspraak van de Raad, op verzoek van een partij, worden herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en
redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben
kunnen leiden.
1.2. Bij de uitspraak waarvan thans om herziening wordt gevraagd, heeft de Raad de uitspraak van 23 augustus 2007, 05/4586 van de rechtbank Amsterdam bevestigd. Hij heeft daarbij overwogen dat de rechtbank terecht en op goede gronden het beroep tegen het besluit van 26 augustus 2005 ongegrond heeft verklaard onder de overweging dat geen medische gegevens voorhanden zijn waaruit blijkt dat verzoeker arbeidsongeschikt is geworden in de periode waarin hij verzekerd was voor de Algemene arbeidsongeschiktheidswet en/of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
2. Verzoeker heeft aan het verzoek om herziening ten grondslag gelegd dat de Raad in zijn uitspraak van 26 maart 2009 een onjuiste beslissing heeft genomen. Voorts heeft hij onder meer naar voren gebracht dat hij invalide is en medische behandelingen ondergaat.
3.1. Zoals de Raad reeds eerder heeft overwogen in zijn uitspraak van 3 oktober 2003 (LJN AN7982), is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken zaak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen. De Raad is niet gebleken dat verzoeker enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Awb, naar voren heeft gebracht.
3.2. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek om herziening dan ook te worden afgewezen.
4. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van W. Altenaar als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 februari 2010.
(get.) M.M. van der Kade.
(get.) W. Altenaar.
mm
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale);
statue:
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par M.M. van der Kade, en présence de W. Altenaar en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 17 Février 2010.