ECLI:NL:CRVB:2010:BL4267
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- M.A. van Amerongen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van termijnoverschrijding bij bezwaar tegen besluit WIA tijdens vakantie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 februari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 26 juni 2008, waarin hem werd meegedeeld dat er met ingang van 30 juni 2008 geen recht op uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) was ontstaan. Appellant had zijn bezwaar te laat ingediend, omdat hij van 27 juni 2008 tot 8 augustus 2008 op vakantie was. De Raad overwoog dat het de verantwoordelijkheid van appellant was om adequate maatregelen te treffen om tijdig te kunnen reageren op het besluit van het Uwv. Het feit dat appellant zijn vakantie had gemeld bij zijn werkgever en de WW-afdeling van het Uwv, werd niet als voldoende beschouwd om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. De Raad concludeerde dat appellant had moeten regelen dat een derde namens hem een bezwaarschrift indiende, gezien het belang van het besluit dat het Uwv op korte termijn zou nemen. De rechtbank had het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van onzorgvuldig handelen van het Uwv door het besluit tijdens appellants vakantie te sturen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor betrokkenen om tijdig en adequaat te reageren op bestuursbesluiten, vooral in situaties waarin zij afwezig zijn.