ECLI:NL:CRVB:2010:BL3934
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Toekenning partnertoeslag en toepassing hardheidsclausule in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om de toekenning van een partnertoeslag aan appellant, die verzocht had om deze toeslag met ingang van 4 januari 2008. De aanvraag werd op 18 maart 2008 ontvangen, waarna de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 1 juli 2008 besloot dat de partnertoeslag niet eerder dan per 1 maart 2008 kon worden toegekend, conform artikel 3.21, derde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). Appellant beriep zich op de hardheidsclausule in artikel 11.5 van de Wsf 2000, maar deze werd door de Minister niet gehonoreerd. De rechtbank Groningen verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van de Minister ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 5 februari 2010 behandeld. Tijdens de zitting op 30 oktober 2009 was appellant niet verschenen, maar de Minister werd vertegenwoordigd door mr. drs. E.H.A. van den Berg. De Raad heeft de argumenten van appellant in hoger beroep zorgvuldig overwogen, maar vond geen aanknopingspunten om tot een ander oordeel te komen dan de rechtbank. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig overgenomen en bevestigd dat de aangevallen uitspraak terecht was.
De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 februari 2010, waarbij de Raad de beslissing bevestigde en de betrokken rechters hun handtekeningen plaatsten.