ECLI:NL:CRVB:2010:BL3227

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-2174 WTOS
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de toepassing van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 11 maart 2009, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: de Minister) ongegrond werd verklaard. Dit besluit had betrekking op de toepassing van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. De Centrale Raad van Beroep heeft op 5 februari 2010 uitspraak gedaan in deze zaak.

De rechtbank had in haar uitspraak de gronden van appellant, die ook in hoger beroep werden herhaald, besproken en gemotiveerd waarom deze gronden niet slagen. Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangedragen die de rechtbank zou kunnen overtuigen van een onjuist oordeel. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep van appellant geen doel treft.

De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met G. van der Wiel als voorzitter en J. Brand en P.J. Stolk als leden, in aanwezigheid van griffier A.C.A. de Wit. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

09/2174 WTOS
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 11 maart 2009, 08/1167 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de hoofddirectie van de Informatie Beheergroep (hierna:IB-Groep).
Datum uitspraak: 5 februari 2010
I. PROCESVERLOOP
In dit geding is een uitspraak aan de orde over een besluit dat is genomen door de IB-Groep. Op 1 januari 2010 is de Wet van 15 oktober 2009 tot intrekking van de Wet verzelfstandiging informatiseringsbank en wijziging van diverse wetten in verband met de oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs in werking getreden. Als gevolg hiervan is de IB-Groep opgehouden te bestaan. Ingevolge artikel XXI, eerste lid, van de wet treedt in dit geding de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: de Minister) in plaats van de IB-Groep. In deze uitspraak wordt onder de Minister tevens verstaan de IB-Groep.
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 december 2009.
Appellant is niet verschenen. De Minister was vertegenwoordigd door mr. M. van der Toorn.
II. OVERWEGINGEN
1. De rechtbank heeft op grond van de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen het beroep van appellant gericht tegen het besluit op bezwaar van de Minister van 23 mei 2008, inzake de toepassing van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, ongegrond verklaard.
2. Appellant heeft in hoger beroep gronden aangevoerd die ook reeds in beroep zijn aangevoerd en door de rechtbank zijn besproken. Appellant heeft in hoger beroep deze gronden slechts herhaald en niet aangegeven waarom naar zijn opvatting het oordeel van de rechtbank over deze gronden onjuist is.
3. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank de in hoger beroep herhaalde gronden van appellant op juiste wijze besproken en op juiste wijze gemotiveerd waarom die gronden niet slagen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank.
4. Het hoger beroep van appellant treft derhalve geen doel. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
5. De Raad acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door G. van der Wiel als voorzitter en J. Brand en P.J. Stolk als leden, in tegenwoordigheid van A.C.A. de Wit als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 februari 2010.
(get.) G. van der Wiel.
(get.) A.C.A. de Wit.
EF