ECLI:NL:CRVB:2010:BL2800
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- J. Brand
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening WAZ-uitkering zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 februari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die een verzoek had ingediend om terug te komen van een eerder besluit van het Uwv. Dit verzoek werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een heroverweging rechtvaardigden. De zaak betreft een WAZ-uitkering, waarbij appellant in eerste instantie in het gelijk werd gesteld door de rechtbank Middelburg, die het besluit van het Uwv tot weigering van de uitkering had vernietigd. Het Uwv had vervolgens een WAZ-uitkering toegekend, maar appellant verzocht in 2007 om herziening van dit besluit, wat door het Uwv werd geweigerd.
De Raad overwoog dat de rechtbank in de eerdere uitspraak terecht had geoordeeld dat het Uwv geen onderscheid hoefde te maken tussen verleden en toekomst met betrekking tot de duuraanspraak van appellant. De Raad bevestigde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die het Uwv hadden moeten nopen om terug te komen op het besluit van 3 juli 2006. De argumenten van appellant, waaronder de vermeende evidente gebreken in het eerdere besluit, werden niet als nieuw beschouwd in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en de beslissing werd ondertekend door de voorzitter en de griffier.