ECLI:NL:CRVB:2010:BL0242
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Weigering erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1925, een aanvraag ingediend om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer volgens de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Appellant stelt dat hij gezondheidsklachten heeft ondervonden door zijn oorlogservaringen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. De aanvraag werd aanvankelijk afgewezen op 4 juli 2003, en deze afwijzing werd later bevestigd na bezwaar op 12 december 2003. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de huiszoeking niet persoonlijk tegen appellant was gericht en dat er geen bewijs was van excessief geweld. Ook de omstandigheden van een razzia en de tewerkstelling in Praï werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd.
Op 14 januari 2008 verzocht appellant om herziening van het eerdere besluit, maar dit verzoek werd op 17 april 2008 afgewezen. In de huidige procedure heeft appellant verklaringen van zijn zusters overgelegd, waarin zij de omstandigheden van een overval door Sikhs en de vlucht beschrijven. De verweerster, de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, heeft deze verklaringen echter niet als voldoende bewijs gezien om de eerdere afwijzing te herzien. De Raad concludeert dat de verklaringen niet aantonen dat de inval in het huis van appellant gericht was tegen hem of dat er sprake was van levensbedreigende omstandigheden.
De Raad heeft de grieven van appellant verworpen en het beroep ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2010, met A. Beuker-Tilstra als voorzitter en G.L.M.J. Stevens en A.J. Schaap als leden, in aanwezigheid van griffier M.A. van Amerongen.