ECLI:NL:CRVB:2010:BK9390
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van kinderbijslag op basis van inschrijving bij de CWI
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 januari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om kinderbijslag voor haar zoon te weigeren. De zaak betreft de vraag of de zoon van appellante, geboren in 1988, recht had op kinderbijslag over de periode van het vierde kwartaal van 2004 tot het moment waarop hij 18 jaar werd. De Svb had eerder besloten dat de zoon niet als onderwijsvolgend of werkloos kon worden aangemerkt, omdat hij niet geregistreerd stond als werkzoekende bij de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI). Appellante had geen rechtsmiddelen aangewend tegen het eerdere besluit van de Svb, maar verzocht in 2007 alsnog om kinderbijslag.
De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep. Tijdens de zitting op 3 december 2009 was appellante niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door A. van der Weerd. De Raad overwoog dat volgens de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) recht op kinderbijslag bestaat voor kinderen van 16 of 17 jaar die onderwijs volgen, arbeidsongeschikt zijn of werkloos zijn, mits zij geregistreerd staan als werkzoekende bij de CWI.
De Raad concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een langere terugwerkende kracht voor de kinderbijslag rechtvaardigden. De Raad bevestigde de eerdere overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor het recht op kinderbijslag, omdat haar zoon niet als werkzoekende was ingeschreven. De beslissing van de Svb om de kinderbijslag te weigeren werd derhalve bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten.