ECLI:NL:CRVB:2010:BK8912
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- J. Brand
- J.L.P.G. van Thiel
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek WAO-uitkering en rechtsgevolg van besluitvorming
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 januari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had het beroep van betrokkene, die een WAO-uitkering aanvroeg, niet-ontvankelijk verklaard. Betrokkene had in 2006 een verzoek om herziening ingediend van een eerder besluit van 28 november 2001, waarin hem een WAO-uitkering was geweigerd op basis van zijn verblijfsrechtelijke status in Nederland. De rechtbank oordeelde dat de brief van 28 november 2006 geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) omdat deze niet gericht was op rechtsgevolg.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat de brief van 28 november 2006 wel degelijk een besluit inhoudt, omdat deze niet terugkomt op het eerdere besluit en gericht is op rechtsgevolg. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de brief niet als besluit kon worden aangemerkt. De Raad heeft het hoger beroep van het Uwv gegrond verklaard, de aangevallen uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor nadere behandeling. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste kwalificatie van besluiten in het bestuursrecht en de gevolgen daarvan voor de ontvankelijkheid van beroepsprocedures. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.