ECLI:NL:CRVB:2010:BK8733

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/3456 WWB-V + 09/3457 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 6 januari 2010, gaat het om een verzet tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 27 oktober 2009. Appellanten, vertegenwoordigd door mr. K.A. Faber, hadden hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 12 mei 2009. De Raad had het hoger beroep echter niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden niet tijdig waren ingediend. Appellanten voerden in verzet aan dat zij redelijkerwijs konden veronderstellen dat de termijn voor het indienen van de gronden eindigde op 21 september 2009, vier weken na de oorspronkelijk gestelde termijn. De Raad heeft deze argumentatie in overweging genomen en vastgesteld dat de gronden inderdaad op 21 september 2009 zijn ingediend via een faxbericht. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 27 oktober 2009 vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt voortgezet. De Raad oordeelde dat de onduidelijkheid over de termijn mede te wijten was aan de appellanten zelf, en daarom werd er geen proceskostenvergoeding aan de ISD toegekend. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier R. Groothuis.

Uitspraak

09/3456 WWB-V + 09/3457 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellant A] en [Appellant B], beiden wonende te [woonplaats] (hierna: appellanten),
tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 12 mei 2009, 08/1387 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellanten
en
het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Steenwijkerland & Westerveld (hierna: ISD)
Datum uitspraak: 6 januari 2010
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 27 oktober 2009 heeft de Raad het namens appellanten door mr. K.A. Faber, advocaat te Heerenveen, ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 27 oktober 2009 heeft mr. Faber namens appellanten verzet gedaan.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 27 oktober 2009 berust op de overwegingen dat de gronden van het hoger beroep niet tijdig zijn ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellanten niet in verzuim zijn geweest.
Naar aanleiding van hetgeen namens appellanten in verzet naar voren is gebracht, is de Raad tot het oordeel gekomen dat (de gemachtigde van) appellanten redelijkerwijs in de veronderstelling mocht(en) verkeren dat de nader gestelde termijn voor het indienen van de gronden eindigde vier weken na de oorspronkelijk gestelde termijn, derhalve op 21 september 2009.
Omdat de gronden bij faxbericht van 21 september 2009 zijn ingediend, dient het verzet gegrond te worden verklaard.
Dit betekent dat de uitspraak van de Raad van 27 oktober 2009 vervalt en dat het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Omdat de ontstane onduidelijkheid naar het oordeel van de Raad mede is te wijten aan (de gemachtigde van) appellanten, ziet de Raad geen grond voor een veroordeling - van de ISD - in de proceskosten van het verzet.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van R. Groothuis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 januari 2010.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) R. Groothuis.
mm