[Appellante], wonende te Turkije (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 september 2008, 08/189 (hierna: aangevallen uitspraak),
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 23 december 2009
Namens appellante heeft mr. S.T. Dieters, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift gediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2009. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg.
1.1. Appellante, geboren in 1949, woont in Turkije en bezit de Turkse nationaliteit. De Svb heeft haar echtgenoot, de heer [naam echtge[naam echtgenoot] (hierna: [naam echtgenoot]), op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) vanaf mei 2003 een pensioen met partnertoeslag toegekend. Voordien genoot [naam echtgenoot] een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
1.2. Bij besluit op bezwaar van 14 december 2007 (hierna: besluit op bezwaar) heeft de Svb zijn primaire afwijzende beslissing van 13 augustus 2007 op de door appellante ingediende aanvraag van een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) gehandhaafd. Dit besluit is gebaseerd op de grond dat [naam echtgenoot] niet verzekerd was voor de ANW toen hij in april 2006 in Turkije overleed en appellante evenmin recht had op een nabestaandenuitkering op grond van internationale regelingen.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit op bezwaar gegrond verklaard en dat besluit vernietigd, omdat de Svb in bezwaar de hoorplicht heeft geschonden. De rechtbank heeft daarbij bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar in stand blijven.
3.1. In hoger beroep heeft appellante zich op het standpunt gesteld dat bij de aangevallen uitspraak ten onrechte is bepaald dat de rechtsgevolgen van het besluit op bezwaar in stand blijven. Daarbij is betoogd dat zijdens de Svb te honoreren gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt en dat [naam echtgenoot] ten onrechte niet is toegelaten tot de vrijwillige verzekering voor de ANW. Een hoorzitting van de Svb is in de optiek van appellante de gelegenheid bij uitstek om een en ander nader voor het voetlicht te brengen.
3.2. De Svb heeft er in hoger beroep op gewezen dat geen beslissing is genomen over de toelating van [naam echtgenoot] tot de vrijwillige verzekering voor de ANW omdat appellante geen daartoe strekkende aanvraag heeft ingediend. Daarbij is aangetekend dat appellante al bij brief van 3 december 2007 door de Svb is gewezen op de mogelijkheid om een zodanige aanvraag in te dienen.
4.1. De Raad overweegt als volgt.
4.2. Het is wenselijk dat de bestuursrechter, indien mogelijk, hem voorgelegde geschillen - na een eerlijk proces - finaal beslecht. De Raad acht het dan ook niet onjuist dat indien een beroep gegrond wordt verklaard en een besluit geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, de rechtbank beziet of er termen zijn om te bepalen dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven en, indien dit het geval is, van haar bevoegdheid ter zake gebruik maakt.
4.3. In het onderhavige geval is niet gebleken dat appellante in haar procesbelang is geschaad doordat de rechtbank heeft bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit op bezwaar in stand blijven. Appellante is immers in beroep ruimschoots in de gelegenheid gesteld haar standpunt voor het voetlicht te brengen en van die gelegenheid heeft appellante ook gebruik gemaakt, zowel schriftelijk als mondeling ter zitting.
4.4. De Raad onderschrijft de bij de aangevallen uitspraak door de rechtbank ter zake van het besluit op bezwaar gegeven inhoudelijke oordelen en maakt deze tot de zijne. Er is niet gebleken van een situatie waarin het te honoreren vertrouwen is gewekt dat [naam echtgenoot] verzekerd is gebleven of opnieuw verzekerd zou worden voor de ANW. Evenmin is aannemelijk dat [naam echtgenoot] op het moment van zijn overlijden actief verzekerd was ingevolge de Turkse wettelijke regelingen. De Raad verwijst in dit verband naar het proces-verbaal van de zitting van de rechtbank van 21 augustus 2008 waarin is vastgelegd dat appellante de juistheid van de door de Svb van het SSK verkregen gegevens niet betwist. Het besluit op bezwaar heeft geen betrekking op een verzoek [naam echtgenoot] toe te laten tot de vrijwillige verzekering voor de ANW. Deze kwestie valt derhalve buiten de omvang van het onderhavige geding en kan de uitkomst ervan dus niet beïnvloeden.
5. Gelet op het vorenstaande ziet de Raad geen grond om de aangevallen uitspraak te vernietigen. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd voor zover aangevochten.
6. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De Centrale Raad van Beroep;
Bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van W. Altenaar als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 december 2009.
(get.) M.M. van der Kade.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH ’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip verzekerde.