ECLI:NL:CRVB:2009:BK8217

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-5924 WAJONG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van WAJONG-uitkering op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 december 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Zutphen. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de weigering van haar WAJONG-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), omdat zij niet 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt was geweest. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep ging.

Namens appellante heeft belastingadviseur M. Agterhuis het hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 20 november 2009 was appellante aanwezig, vertegenwoordigd door Agterhuis, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. E.T.B. van der Werf. Appellante voerde aan dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar psychische belastbaarheid en haar diagnose schizofrenie.

De Raad overwoog dat er, gezien het gebrek aan medische onderbouwing van de stellingen van appellante, geen aanleiding was om het bestreden besluit in medisch opzicht onjuist te achten. De Raad concludeerde dat het medisch onderzoek door de (bezwaar)verzekeringsartsen zorgvuldig was uitgevoerd en dat er voldoende rekening was gehouden met de psychische belastbaarheid van appellante.

Uiteindelijk bevestigde de Raad de aangevallen uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er werden geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door R.C. Stam, in aanwezigheid van griffier M.A. van Amerongen.

Uitspraak

08/5924 WAJONG
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 10 september 2008, 08/263 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 29 december 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft M. Agterhuis, belastingadviseur te Wezep, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 november 2009, waar namens appellante is verschenen, Agterhuis, voornoemd. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E.T.B. van der Werf.
II. OVERWEGINGEN
1. Voor de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat thans met het volgende. In geding is het besluit van 24 januari 2008 (hierna: bestreden besluit), waarbij het Uwv ongegrond heeft verklaard het bezwaar van appellante tegen het besluit van 22 oktober 2007.
Met dat besluit heeft het Uwv een uitkering ingevolge de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (WAJONG) met ingang van 31 augustus 1991 geweigerd, omdat appellante vanaf 1 september 1990 niet 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt is geweest.
2. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft in hoger beroep - kort samengevat - herhaald dat onvoldoende rekening is gehouden met haar psychische belastbaarheid en de diagnose schizofrenie.
4. De Raad overweegt als volgt.
4.1. De Raad ziet in hetgeen appellante naar voren heeft gebracht bij gebreke van medische onderbouwing geen aanleiding het bestreden besluit in medisch opzicht voor onjuist te houden. De Raad is van oordeel dat het medisch onderzoek van de (bezwaar)verzekeringsartsen zorgvuldig is geweest en dat genoegzaam rekening is gehouden met de psychische belastbaarheid van appellante.
4.2. De Raad heeft voorts, uitgaande van de juistheid van de vastgestelde belastbaarheid, evenmin aanknopingspunten om ervan uit te gaan de aan appellante voorgehouden functies voor haar niet geschikt zouden zijn.
5. Hieruit volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
6. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door R.C. Stam, in tegenwoordigheid van M.A. van Amerongen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 december 2009.
(get.) R.C. Stam.
(get.) M.A. van Amerongen.
TM