ECLI:NL:CRVB:2009:BK7341
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- J. Brand
- J.L.P.G. van Thiel
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en beoordeling van fijnmotorische beperkingen
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van betrokkene, die eerder was vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de vraag centraal stond of betrokkene beperkt is in het maken van fijnmotorische hand- en vingerbewegingen. De Raad oordeelde dat deze vraag beantwoord moet worden aan de hand van de definitie in het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) en niet op basis van algemeen spraakgebruik. De Raad concludeerde dat de beperkingen van betrokkene correct waren vastgesteld en dat er geen medische gronden waren die een andere conclusie rechtvaardigden.
Appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo, die het beroep van betrokkene gegrond had verklaard. De rechtbank had overwogen dat niet voldoende was onderzocht waarom betrokkene niet verdergaand beperkt zou zijn in haar hand- en vingergebruik. Tijdens de zitting op 23 oktober 2009 was appellant vertegenwoordigd door mr. T. van der Weert, terwijl betrokkene werd bijgestaan door haar advocaat mr. P.C. Kleyn van Willigen.
De Raad oordeelde dat de informatie van de revalidatiearts Warmerdam niet leidde tot het aannemen van beperkingen op het gebied van de fijne motoriek. De Raad volgde de verzekeringsgeneeskundige rapportage en concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor het oordeel dat onvoldoende rekening was gehouden met de overige beperkingen van betrokkene. Het hoger beroep van appellant werd gegrond verklaard, en de eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd. Het beroep van betrokkene tegen het besluit van 22 mei 2007 werd ongegrond verklaard, en er waren geen gronden voor een proceskostenveroordeling.