ECLI:NL:CRVB:2009:BK7293

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-6863 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de uitspraak inzake ongewijzigde voortzetting WAO-uitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in beroep was gegaan tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De rechtbank Maastricht had op 22 oktober 2008 het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij het Uwv had besloten om de WAO-uitkering van appellant ongewijzigd voort te zetten met een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%. Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. L. Bovenkamp, heeft in hoger beroep gronden aangevoerd die reeds eerder in beroep waren ingediend. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting vond plaats op 6 november 2009, waarbij zowel appellant als het Uwv vertegenwoordigd waren.

De Raad heeft de gronden van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank deze gronden afdoende heeft besproken en gemotiveerd waarom ze niet slagen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en oordeelt dat appellant in hoger beroep geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die niet eerder aan de orde zijn geweest. Daarom heeft het hoger beroep geen doel getroffen en dient de aangevallen uitspraak te worden bevestigd. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskosten worden toegewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

08/6863 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 22 oktober 2008, 08/738 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 18 december 2009
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. L. Bovenkamp, advocaat te Maastricht, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 november 2009. Appellant was vertegenwoordigd door Bovenkamp en het Uwv door mr. D.E.C. Veugen.
II. OVERWEGINGEN
1. De rechtbank heeft op grond van de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen het beroep van appellant gericht tegen het besluit op bezwaar van 9 april 2008 – waarbij het Uwv, voor zover hier van belang, heeft gehandhaafd zijn besluit van 30 maart 2007 de WAO-uitkering van appellant ongewijzigd voort te zetten naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25% – ongegrond verklaard.
2.1. Appellant heeft in hoger beroep gronden aangevoerd die hij ook reeds in beroep tegen het besluit van 9 april 2008 heeft aangevoerd.
2.2. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank de bij haar ingediende – en in hoger beroep herhaalde – gronden afdoende besproken en genoegzaam gemotiveerd waarom die gronden niet slagen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig.
2.3. Nu appellant in hoger beroep geen gronden heeft aangevoerd die niet reeds onderwerp van geschil in beroep zijn geweest, treft het hoger beroep, gelet op hetgeen is overwogen in 2.2, geen doel. De aangevallen uitspraak dient mitsdien te worden bevestigd.
2.4. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door G. van der Wiel als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en J. Brand als leden, in tegenwoordigheid van A.E. van Rooij als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 december 2009.
(get.) G. van der Wiel.
(get.) A.E. van Rooij.
JL