ECLI:NL:CRVB:2009:BK7222
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- N.M. van Waterschoot
- Rechtspraak.nl
Beroepsmatig verleende rechtsbijstand en vergoeding van proceskosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vergoeding van proceskosten in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant, vertegenwoordigd door R.V. Tjon van Buro Bezwaar en Beroep, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank had het beroep ongegrond verklaard en geoordeeld dat er geen sprake was van beroepsmatig verleende rechtsbijstand, omdat Tjon niet aantoonbaar en daadwerkelijk kosten in rekening had gebracht.
De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat Tjon stelselmatig rechtsbijstand verleent en dat hij, zij het achteraf en op basis van 'no cure no pay', kosten in rekening brengt bij zijn cliënten. De Raad heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat Tjon beroepsmatig rechtsbijstand verleent, wat in strijd is met de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Raad heeft de eerdere uitspraak vernietigd en het beroep gegrond verklaard, waarbij het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere is vernietigd voor zover het verzoek om vergoeding van de kosten van bezwaar is afgewezen.
De Raad heeft het College veroordeeld tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand die appellant heeft moeten maken, tot een totaalbedrag van € 1.932,00. Daarnaast is het College verplicht om het griffierecht van in totaal € 146,00 aan appellant te vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van de erkenning van beroepsmatige rechtsbijstand en de bijbehorende kostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedures.