ECLI:NL:CRVB:2009:BK7207
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogs-slachtoffer en beoordeling oorlogsgeweld in de zin van de Wet
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1940 in het voormalige Nederlands-Indië, een aanvraag ingediend bij de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad om erkend te worden als burger-oorlogs-slachtoffer. Deze aanvraag was gebaseerd op gezondheidsklachten die appellante toeschrijft aan haar oorlogservaringen. De aanvraag werd afgewezen op 10 juli 2008, omdat verweerster van mening was dat appellante niet voldoende had aangetoond dat zij was getroffen door oorlogsgeweld in de zin van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 10 december 2009 behandeld. Tijdens de zitting is appellante verschenen, bijgestaan door haar zonen. Verweerster werd vertegenwoordigd door mr. A. den Held. De Raad heeft vastgesteld dat de moeder van appellante in 1975 was erkend als vervolgde vanwege internering tijdens de Japanse bezetting. Dit gegeven, in combinatie met andere beschikbare gegevens, leidde de Raad tot de conclusie dat appellante wel degelijk was geïnterneerd en getroffen door oorlogsgeweld.
De Raad oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag door verweerster berustte op een ondeugdelijke grondslag. De Raad vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat verweerster een nieuw besluit moest nemen, rekening houdend met de bevindingen van de Raad. Tevens werd verweerster veroordeeld in de proceskosten van appellante, die op € 120,90 werden begroot, en moest verweerster het griffierecht van € 35,- vergoeden aan appellante.