ECLI:NL:CRVB:2009:BK6887
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Herstart van de terugbetalingsperiode in het kader van de Wet studiefinanciering 2000
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2009, betreft het hoger beroep van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. De zaak draait om de terugbetalingsperiode van studiefinanciering zoals geregeld in de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De appellant betwist de start van de terugbetalingsperiode, die volgens hem pas zou moeten beginnen per 1 januari 2007, omdat hij onafgebroken heeft gestudeerd van 1997 tot 1 augustus 2006. De IB-Groep, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de studiefinanciering, heeft echter vastgesteld dat de terugbetalingsperiode per 1 augustus 2006 is gestart, omdat de appellant op dat moment niet langer studeerde.
De Raad overweegt dat de appellant niet heeft gereageerd op eerdere besluiten van de IB-Groep, die de aanloopfase en aflosfase van de terugbetalingsperiode hebben vastgesteld. De Raad concludeert dat de appellant geen gronden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere conclusie over de start van de terugbetalingsperiode. De Raad bevestigt dat de wijze waarop de beëindiging van de opschorting en de herstart van de terugbetalingsperiode hebben plaatsgevonden, niet onjuist zijn. De uitspraak van de rechtbank wordt dan ook bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige rechtsmiddelen tegen besluiten van de IB-Groep en de gevolgen van het niet aanvechten van eerdere besluiten. De Raad stelt vast dat de appellant niet kan terugkomen op de eerder vastgestelde data voor de aanloop- en aflosfase, en dat de terugbetalingsperiode correct is herstart.