ECLI:NL:CRVB:2009:BK6878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van één-oudertoeslag en recht op partnertoeslag
In deze zaak gaat het om de terugvordering van de één-oudertoeslag die aan appellant is verstrekt door de Informatie Beheer Groep (IB-Groep). De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 december 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 9 januari 2009. Appellant, wonende in het Verenigd Koninkrijk, had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die zijn beroep tegen het besluit van de IB-Groep ongegrond had verklaard. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een aanvraag van appellant voor een één-oudertoeslag over de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 augustus 2007. De IB-Groep had vastgesteld dat appellant ten onrechte deze toeslag had ontvangen en besloot deze terug te vorderen.
De Raad overweegt dat er geen bewijs is dat appellant een aanvraag voor een partnertoeslag heeft ingediend die nog in behandeling was. Het formulier dat appellant had ingediend kan niet worden gezien als een aanvraag voor een partnertoeslag. Appellant heeft ook geen rechtsmiddelen aangewend tegen het besluit van de IB-Groep en heeft niet gemeld dat hij in afwachting was van een beslissing op een aanvraag voor een partnertoeslag. De Raad concludeert dat er geen recht op een partnertoeslag is vastgesteld en dat de IB-Groep terecht de één-oudertoeslag heeft teruggevorderd. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van correcte aanvragen en het tijdig aanvechten van besluiten van de IB-Groep. De Raad bevestigt dat het beleid van de IB-Groep om terugvordering te eisen bij onterecht verstrekte uitkeringen niet kennelijk onredelijk is.