ECLI:NL:CRVB:2009:BK6484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
WIA-uitkering en de beoordeling van beperkingen door onafhankelijke deskundige
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 10 oktober 2006. Appellante had geen recht op een WIA-uitkering per 16 februari 2006, zoals vastgesteld door het Uwv. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, maar appellante was het niet eens met de beoordeling van haar beperkingen door de ingeschakelde onafhankelijke deskundige, neuroloog J. Heerema. Appellante stelde dat de deskundige ten onrechte geen rekening had gehouden met de frequentie en duur van haar aanvallen van migraine en Ménière, die haar arbeidsgeschiktheid ernstig beïnvloedden.
Tijdens de zittingen op 28 april en 16 oktober 2009 werd appellante vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. B.M. Voogt, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door respectievelijk W.L.J. Weltevrede en mr. M.K. Dekker. De Raad heeft het onderzoek heropend omdat het niet volledig was geweest. De deskundige werd gevraagd om zich uit te laten over de frequentie en duur van de aanvallen, en hij concludeerde dat appellante tijdens deze aanvallen niet inzetbaar was voor arbeid.
De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om af te wijken van het oordeel van de deskundige, maar kwam tot de conclusie dat de beperkingen van appellante zoals neergelegd in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) niet juist waren. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep van appellante gegrond. Het Uwv werd opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de Raad. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die op € 1.610,- werden begroot, en moest het Uwv het griffierecht van € 145,- vergoeden.